Skip to main content

De meerwaarde van een bijbelse benadering van psychische problemen


Waarom ik kies voor bijbelse counseling

Hoe verhouden theologie en psychologie, of praktischer: pastoraat en psychotherapie zich tot elkaar? In hoeverre mag of moet je als christen (pastor of hulpverlener) gebruikmaken van theologische of bijbelse inzichten? Maar ook: Wat kan je als pastor met psychologische inzichten?

Door: drs. Ellen Oosterhuis, bijbels counselor en psycholoog

Sinds de psychologie gemeengoed is geworden, kun je als christen niet meer om de vraag heen hoe je je verhoudt tot de psychologie. Er zijn christenen die zeggen dat het bij pastoraat en psychotherapie over twee verschillende zienswijzen gaat, die je prima naast elkaar kunt laten staan, maar die je vooral niet met elkaar moet vermengen. Waarbij de Bijbel dan iets mag zeggen over onze ziel en de psychologie over onze geest. Er zijn ook christenen die vinden dat de psychologie helemaal niet gebruikt hoeft te worden. Dat geloof het antwoord is op alle psychische problemen, die eigenlijk dus geloofsproblemen zijn. Tussen deze twee uitersten kom je allerlei andere benaderingen tegen.

Wat mij in deze discussie opvalt is dat we vaak lijken te weten hoe het niet moet en waar we het niet mee eens zijn, maar dat het veel moeilijker is om onze mening te vormen over wat wel kan of mag en wat helpend is. Hoe de Bijbel wel hoop kan bieden en hoe ons geloof juist wel op weg kan helpen naar een beter omgaan met onze klachten. En zou die weg dan alleen iets betekenen voor het pastoraat? Of kan een christen-psycholoog ook met dat perspectief uit de voeten, zodat er een nog betere samenwerking kan ontstaan? Het gedachtegoed van de CCEF (Christian Counseling and Education Foundation) heeft een belangrijke rol gespeeld voor de vorming van mijn persoonlijke visie en praktijk op dit punt. Voordat ik hier meer over vertel, neem ik je graag mee in mijn eigen zoektocht.

Dagelijks spanningsveld
In 1999 begon ik mijn loopbaan in de psychologie als stagiair bij Eleos, een bekende aanbieder van christelijke ggz. Met veel plezier heb ik er tot 2005 gewerkt – vanwege het werk van mijn man verhuisden we toen met ons gezin naar Amerika. Het was mooi om in de christelijke ggz aan het werk te zijn. Dagelijks ervoer ik echter ook het spanningsveld in hoeverre je ‘het geloof’, God kunt betrekken in je gesprekken. In hoeverre speelt het een rol in de klachten die mensen ervaren? Kun je hoop bieden vanuit datgene wat de Bijbel zegt, of geef je dan een ‘te gemakkelijk’ antwoord? Als collega’s onderling spraken we regelmatig over dit spanningsveld en hoewel we vaak wel wisten wat niet goed was, vonden we het altijd moeilijk om te benoemen wat wel goed of beter zou zijn.

Buiten Jezus om
Zelf liep ik nadrukkelijk aan tegen dit spanningsveld toen ik afscheid nam van een mevrouw die worstelde met schoonmaakdwang. Iets wat heel veel te maken had met haar verantwoordelijkheidsgevoel en behoefte aan controle. We waren volgens de voorschriften van de cognitieve gedragstherapie aan de slag gegaan en haar klachten waren sterk verminderd. Toen ze afscheid nam zei ze tegen me dat ze dankbaar was dat ze het weer zoveel beter zelf kon en zich daarin sterker voelde. Die opmerking bleef hangen. Ik vroeg me af hoe God tegen dit proces aangekeken had. Geloven was zijdelings aan de orde gekomen, maar nu vroeg ik me af in hoeverre de kracht die ze in zichzelf gevonden had haar groei in geloof en afhankelijkheid nu in de weg stonden. Had ik goedbedoeld niet een extra belemmering in deze groei veroorzaakt? Zelfs Jezus gaf aan dat Hij niets zonder de Vader kon, waarom was ik dan mensen iets aan het aanleren buiten Jezus om?

Toen ik in 2005 afscheid nam van Eleos kreeg ik het advies om eens goed in Amerika rond te kijken. Daar waren ze ook veel bezig met de vragen over geloof en wetenschap ten aanzien van psychische problemen. Ik ging inderdaad op onderzoek uit. Maar ‘Amerika’ confronteerde me allereerst met mijn eigen existentiële vragen.

Angst
Voor onze verhuizing naar Amerika woonden we in Rotterdam-Zuid. Hoewel dat niet de meest veilige buurt was, had ik me niet vaak angstig gevoeld. Nu in Texas was dat anders. Mijn man reisde veel in ik was dan alleen in een groot huis in een heuse suburb en ervoer regelmatig angst. Alles in Amerika was groter, zeker in Texas, dus ook het geweld. Ik voelde me soms niet veilig en beeldde mij dan op allerlei manieren in dat ik thuis zou worden overvallen. Ik weet nog dat ik heel bewust dacht hoe ik nu ontspanningsoefeningen zou kunnen doen om de angst te laten zakken. Daarmee zou echter alleen het gevoel verdwijnen. Er zat een existentiële angst onder. Waar ben ik veilig, wie zorgt er voor mij? De rust die ik toen bij God mocht vinden was vele malen groter dan wat de ontspanningsoefeningen of ‘reële gedachten’ mij brachten. Gods antwoorden gaven het basisvertrouwen en geloof dat ons leven in Gods handen ligt en dat dit de beste plek is.

Er groeide een verlangen in mij om dat te mogen doorgeven aan anderen. Om mensen die dezelfde angst ervoeren op de weg naar God te leiden. Omdat zijn perfecte liefde angst kan verminderen. Maar dan wilde ik wel leren dat goed te doen en geen bijbelse antwoorden gebruiken als doekjes voor het bloeden. Dus ging ik op onderzoek uit.

Tijdens mijn zoektocht kwam ik opvattingen tegen waarin wetenschap bovenaan stond. Daar kon ik niet zoveel mee. Alsof de Bijbel alleen open mag als wetenschappelijk bewezen is dat het helpt. Ik vond ook een bijbelsecounseling-opleiding die veel weg had van cognitieve gedragstherapie, maar dan met bijbelverzen. Alsof de verandering niet meer is dan een oefening in positief of bijbels denken. Dit komt ook al snel te moralistisch over.

Drie dimensies van menszijn
Via de voorganger van mijn kerkelijke gemeente en een vriendin kwam ik uiteindelijk uit bij de Christian Counseling and Education Foundation (CCEF). De CCEF heeft als motto: Restoring Christ to Counseling and Counseling to the Local Church. Om me wat meer te verdiepen in hun gedachtegoed heb ik eerst een conferentie van de CCEF bezocht. De conferentie ging over verslaving en raakte mij vanwege drie dingen.

Allereerst werd tijdens deze conferentie bevestigd wat ik als psycholoog had geleerd over verslaving. De wetenschappelijke, psychologische stand van zaken met betrekking tot dit onderwerp werd niet genegeerd of miskend. Verslaving is een heel diepgaand en hardnekkig probleem. Het gaat gepaard met veel gebrokenheid en er kan al in de genen aanleg voor zijn. Vechten tegen verslaving is een zware strijd, waarbij allerlei persoonlijke, sociale en culturele aspecten een rol spelen. Kortom, er is sprake van veel lijden.

Daarnaast werd dit lijden in een grotere context geplaatst, namelijk die van een bijbels mensbeeld. Er werd aandacht gegeven aan de bijbelse realiteit dat de mens, ook de verslaafde, een actief hart heeft dat keuzes maakt en dat van nature geneigd is tegen God te kiezen. Hierbij ging het niet meer alleen over mensen die met een duidelijke verslaving te kampen hebben, maar over ons allemaal. We herkennen allemaal de neiging om kortetermijnkeuzes te maken. Die beloven ons waar de verlangens van ons hart naar uitgaan, maar kunnen dat niet waarmaken. Of we verlangen juist naar de verkeerde dingen. We zijn hierin allemaal zondaren.

Maar hier bleef het zeker niet bij. Heel veel aandacht werd er geschonken aan de bijbels gefundeerde hoop. Die geeft concreet zicht op mogelijke groei of verandering en is in alles gelegen in het werk van Jezus, in wat Hij deed aan het kruis en in wat Hij nog steeds doet. In Christus alleen kunnen we vergeving ontvangen, door Hem alleen kunnen we stapje voor stapje leren omgaan met onze gebrokenheid en groeien naar verandering.

Deze drie aspecten van het menszijn – de bijbelse realiteit van ons lijden, waar ook de psychologie veel oog voor heeft, het bijbels realisme van zonde en kwaad, én de bijbelse realiteit van hoop in en door Christus – zijn allemaal waar. Het maakte dat ik me realiseerde dat ik veel meer op een verslaafde leek dan dat ik van hem of haar verschilde. Ik herkende dezelfde neigingen in mijn hart. Ik moet op dezelfde manier van genade leren leven, ook al is onze levensreis altijd uniek. En ook al is ons verhaal uniek, de Bijbel spreekt tot iedereen. Ik wilde graag leren hoe je hierin kon groeien. Dat je jezelf en de ander steeds vanuit alle drie dimensies kunt zien en vandaaruit samen op zoek kan gaan naar Gods aanwezigheid hierin en zijn leiding in het onderweg gaan naar een betere bestemming.

Hoop
De CCEF heeft duidelijk niet de wetenschappelijke benadering boven de Bijbel staan. Maar is ook niet antipsychologisch. Wat ik vond bij CCEF, en bij andere benaderingen miste, was de hoop, het perspectief dat je kunt en mag bieden, zonder dat je de beperkingen van ons lijden bagatelliseert. De psychologie beschrijft heel duidelijk het wat van het lijden, en gaat vervolgens op zoek naar manieren om dat lijden te verminderen. Over het waarom is men het echter niet met elkaar eens. De Bijbel biedt daarin een veel ruimer perspectief, en gaat tegelijk in op de motieven van ons hart.

In de CCEF vond ik de leerschool die mij leerde wat wel mogelijk is vanuit een bijbels perspectief, met inachtneming van het lijden van mensen, en zonder moralistisch te worden. Ik vond een mensbeeld dat niet in normaal/abnormaal denkt, maar dat de mens ziet als sufferer, sinner en saint (als lijder, zondaar en heilige). In dit mensbeeld staat niet de mens, maar God centraal, evenals de vraag hoe we ons tot Hem mogen verhouden met inachtneming van onze psychische beperkingen. Daarmee heb ik een duidelijke kapstok gekregen om mijn psychologische kennis aan op te hangen, zonder de Bijbel te kort te doen.

Verder leerde ik bij  CCEF ik dat onze relatie met Christus altijd een wezenlijk onderdeel is van ons veranderproces. Hiervoor moeten we niet alleen leren zien wat er in ons hart leeft ten aanzien van de dingen die ons overkomen in het leven, zoals lijden en ziekte. We moeten ook leren zien hoe God daarbij betrokken is. Hoe ons leven onderdeel is van zijn grote plan en hoe wij daarop mogen reageren. Zonder hiermee voorbij te gaan aan de enorme impact die lijden en ziekte op ons kunnen hebben. De visie van CCEF op bijbelse counseling heeft me veel gebracht, niet alleen voor mijn eigen leven, maar ook voor de manier waarop ik nu anderen probeer te helpen.

Hans
Laat ik dat illustreren aan de hand van een hulpvraag die ik onlangs kreeg. Een dominee verwees een meneer, die ik verder Hans zal noemen, naar mij door. Hij kampte met oververmoeidheid en veel spanningsklachten. Die waren het gevolg van traumatische situaties uit het verleden, die getriggerd werden door het hier en nu. Omdat de laatste traumatische situatie zich had voorgedaan in de kerk, had Hans bij de dominee aangeklopt. De dominee dacht dat het een goed idee zou zijn om wat brieven te schrijven en die dan te verbranden. De spanningsklachten werden echter enorm versterkt, en daarmee klopte hij bij mij aan.

In het eerste gesprek werd al snel duidelijk dat de spanningsklachten vaak resulteerden in rituele schoonmaakhandelingen en vermijdingsgedrag. Tijdens het eerste gesprek vertelde Hans me dat hij als dertienjarige jongen seksueel was misbruikt door een buurjongen. Omdat hij daar niet graag over sprak zijn we er in dit gesprek niet dieper op ingegaan. Hij vertelde wel dat het op een gegeven moment gestopt was omdat hij niet meer naar zijn buurjongen ging. Later trouwde hij met een vrouw die volgens Hans een narcistische persoonlijkheid bleek te hebben. Samen hadden ze een zoon. In de eerste vijf jaren van zijn leven heeft Hans volledig voor hem gezorgd, maar na de scheiding werd zijn zoon toch aan zijn ex toegewezen. Ook dit was voor Hans een traumatische ervaring.

Inmiddels is Hans alweer 15 jaar getrouwd met een lieve vrouw en samen hebben ze een zoon van twaalf jaar. Ze hebben het goed met elkaar, maar lijden ook wel onder de dwangklachten en spanningen van Hans. Hans is met zijn vrouw meegegaan naar de kerk. Hij was rooms-katholiek opgevoed, maar deed daar weinig mee. Hij heeft wel een paar bijzondere godservaringen gehad en voelt zich door God echt thuisgehaald. Hans zegt veel steun te hebben aan het geloof. Hij heeft echter ook een heel nare ervaring in de kerk meegemaakt. Iemand ging hem stalken en schreef in zijn naam heel vervelende brieven naar andere gemeenteleden. Ook al is dit opgehelderd, er is nooit ruimte voor verzoening gekomen en ze hebben zich daarom aangesloten bij een andere kerk. Tot zover het verhaal van Hans.

Ik denk dat in dit verhaal heel veel aanknopingspunten liggen om een gesprek aan te gaan. Daarbij zijn verschillende invalshoeken mogelijk. Ik kies er ervoor, vanwege de bijbelsecounselingpraktijk, om eerst wat meer stil te staan bij het Coram Deo (leven voor Gods aangezicht). Op mijn vraag hoe Hans God ervaart temidden van de spanningen geeft hij aan altijd veel steun te hebben aan het idee dat God nooit meer geeft dan je dragen kunt.

Dit verbaast mij enigszins omdat hij bij mij aanklopte omdat het niet meer ging. Er was veel spanning, hij sliep heel slecht en had het gevoel dat hij het verleden steeds als een skippybal onder water moest houden om te voorkomen dat het hem boven het hoofd zou groeien. We zoomen daar dan ook wat op in. Hans legt uit dat het voor hem betekent dat God vertrouwen in hem heeft dat hij deze problemen aankan. Tegelijkertijd geeft dit ook heel veel vragen, want zo voelt het helemaal niet. We zoeken in de Bijbel waar dat idee van hem eigenlijk vandaan komt, maar vinden iets heel anders. Namelijk dat je je lasten juist bij God mag brengen. Dat Jezus met je meelijdt en je uitnodigt om alles wat je dwarszit juist bij Hem te brengen. Dat als wij zwak zijn, we sterk kunnen zijn in Gods kracht. Voor Hans is het een belangrijk inzicht om zich te realiseren dat hij die skippybal aan negatieve ervaringen niet in zijn eentje te lijf hoeft te gaan. Hij mag dit samen doen met God. En in God heeft hij alle vertrouwen. In feite wordt het idee van Hans hiermee omgedraaid: het is niet Gods vertrouwen in ons, maar ons groeiende vertrouwen in God dat maakt dat we met ons lijden leren omgaan.

Dit nieuwe inzicht zorgt ervoor dat hij die week als hij spanningen voelt gaat bidden om Gods kracht in plaats van te denken dat God hem aanmoedigt zijn eigen schouders eronder te zetten. En zonder dat we er verder veel op in hoeven te gaan, durft Hans zelf naar zijn negatieve ervaringen te kijken en erover te praten. Het is nog wel spannend, maar hij hoeft het niet alleen te doen en dat geeft hem ontzettend veel rust.

Na een halfjaar bijbelse counseling is Hans in staat om zijn verdriet te benoemen, hebben we het erover wat vergeven betekent en kan hij het verleden beter laten rusten, of meer actief in Gods handen leggen. Hij wil dit zelf graag verwoorden in een paar brieven die gericht zijn aan de personen die hem leed hebben aangedaan. Verbranden gaat hij ze niet. Er staan voor hemzelf wijze lessen in die hij niet wil vergeten. In het vertrouwen op de God die ons kracht voor vandaag en hoop voor de toekomst geeft, ronden we de gesprekken af.

Tot bloei komen
Het verhaal van Hans illustreert wat bijbelse counseling heel concreet betekent voor de gesprekken die ik nu met mensen aanga. Het begint er al mee dat ik niet zozeer in stoornissen of aandoeningen denk. De DSM (het diagnostisch handboek van de pyschologie) zit wel in mijn achterhoofd, maar heeft een minder grote rol gekregen. De DSM beschrijft symptomen die mensen kunnen ervaren, maar vertelt verder niet over het waarom en het hoe. De wetenschap dat anderen vaak last hebben van dezelfde symptomen levert herkenning op, maar kan je ook meer passief maken.

De tweede concrete verandering voor de gesprekken die ik met mensen voer, betreft de bewustmaking van het Coram Deo van ons leven. Hoe mag en kun je God betrekken bij je lijden? Wat is daar moeilijk aan, wat kom je tegen in je leven als sufferer en sinner, en wat belemmert je om te groeien als saint? Het doel van de gesprekken is daarmee dan ook niet meer het verminderen van symptomen, maar hoe je midden in het lijden van het leven toch tot bloei kunt komen, om te groeien in een leven tot Gods eer. En dat is altijd iets wat je zelf als hulpverlener ook moet blijven leren. Waardoor je je constant bewust bent van het feit dat je meer op elkaar lijkt dan dat je van elkaar verschilt.

 

Ellen Oosterhuis is zeer gemotiveerd om ook in Nederland bijbelse counseling volgens CCEF meer bekendheid te geven, omdat het je leert hoe de transformerende kracht van het evangelie handen en voeten kan krijgen in de praktijk van ons dagelijks leven. Vanwege haar partnership met CCEF en haar eigen opleiding is Ellen door CCEF bevoegd als cursusbegeleider. In samenwerking met Permanente Educatie Predikanten wordt de module Dynamics of Biblical Change als grotendeels online cursus aangeboden: www.pepredikanten.nl/ccef.